Illustratie: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Per 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. De wet vervangt onder meer de Monumentenwet (deels met een overgangstermijn tot de Omgevingswet) en de Wet tot behoud van cultuurbezit. De Erfgoedwet bevat bovendien diverse veranderingen en nieuwe bepalingen met lokale gevolgen.
De Erfgoedwet vervangt 6 wetten en regelingen op het gebied van cultureel erfgoed:
· Monumentenwet 1988;
· Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten;
· Wet tot behoud van cultuurbezit;
· Wet tot teruggave cultuurgoederen uit bezet gebied;
· Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen;
· Regeling materieel beheer museale voorwerpen.
De Erfgoedwet vormt daarmee één integrale wet die betrekking heeft op onze museale objecten, musea, monumenten en archeologie op het land en onder water. Samen met de nieuwe Omgevingswet maakt de Erfgoedwet een integrale bescherming van ons cultureel erfgoed mogelijk. Deze wet is van belang voor eigenaren, gebruikers en kopers van erfgoed, (rijks)musea, beheerders van de rijkscollectie, (amateur)archeologen, belangenverenigingen, professionals in de erfgoedsector, gemeenten, provincies en verschillende onderdelen van de Rijksoverheid. De minister van OCW wordt verantwoordelijk voor alle museale cultuurgoederen van de Staat. De rijksmusea die deze vaak beheren gaan hun beheersgelden los van de andere (publieks)middelen ontvangen.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten geeft aan dat dat er ook voor gemeenten veranderingen zijn, zoals nieuwe bepalingen betreffende:
VNG meldt tevens belangrijke veranderingen, te weten: