Foto's: Gelders Genootschap en Erwin Zijlstra.
Een onderhouds- of restauratieproces begint met een opdrachtgever die een object heeft dat onderhoud behoeft of gerestaureerd moet worden. Hoe kom je tot daadwerkelijke uitvoering? Hoe kom je aan voldoende financiële middelen, aan de benodigde vergunningen, aan draagvlak in de omgeving om tot uitvoering te komen? Voor een effectief en efficiënt proces is goed opdrachtgeverschap essentieel. Afhankelijk van de omvang van de opdracht wordt een deskundig architect of adviseur uitgenodigd die de ideeën en plannen uitwerkt, op basis van de door de eigenaar geformuleerde opdracht / vraagstelling. Vervolgens wordt dit aan de gemeente ter goedkeuring voorgelegd, bijvoorbeeld via het Planoverleg Cultuurhistorie. Naast de ambtelijke toetsing aan de hand van geldende regelgeving is er ook een toetsing van welstand en monumenten; het laatste veelal door een monumentencommissie of een integrale commissie voor welstand en monumenten. Na een positieve advisering kan de omgevingsvergunning worden verleend en kan een aannemer opdracht worden gegeven voor de daadwerkelijke uitvoering, al dan niet op basis van een aanbesteding. Vervolgens gaat het werk in uitvoering en wordt het werk mogelijk gevolgd door een gemeentelijke inspecteur. Tijdens het werk kunnen zich wijzigingen voordoen die in de bouwvergaderingen moeten worden afgehandeld. In het verleden was de architect ook altijd de vertegenwoordiger van de opdrachtgever tijdens de uitvoering en hield hij de uitvoering van het plan en de kwaliteit van het werk in de gaten. Kortom, het totale proces is afhankelijk van de kwaliteit van een behoorlijk aantal stappen die allemaal de uiteindelijke kwaliteit van de uitvoering beïnvloeden!
Kwaliteitsnormen
Tegenwoordig worden er voor allerlei onderdelen van het onderhouds- en restauratieproces kwaliteitsnormen ontwikkeld. Een goede kwaliteit uitvoering betekent een goed rendement van de investering van zowel de eigenaar als de overheid (in geval van subsidies).